Als de grondwaterstanden zeer laag zijn, zijn de grondwaterreserves dan bijna leeg?


"Zijn onze grondwaterreserves dan zo fragiel dat we de reserves die we opgebouwd hebben dan al na enkele weken droogte kwijt kunnen zijn?", is een vraag die ik deze week kreeg van een journalist naar aanleiding van de lage grondwaterstanden die we momenteel zien. Een zeer interessante vraag. Er is namelijk wel wat verwarring over wat een lage of zeer lage grondwaterstand nu eigenlijk betekent.

Is dat echt een probleem, die "lage" of "zeer lage" grondwaterstanden die we de laatste jaren vaak zien? En wil dat dan zeggen dat de grondwaterreserves bijna leeg zijn?


Wat betekent een "zeer lage" of "lage" grondwaterstand? 

Dankzij de grondwaterstandsindicator (https://dov.vlaanderen.be/page/actuele-grondwaterstandindicator) weten we op elk moment of de grondwaterstanden zeer laag, laag, normaal, hoog of zeer hoog voor de tijd van het jaar zijn. Elke maand wordt gerapporteerd in hoeveel procent van de meetplaatsen er zeer lage of lage grondwaterpeilen geobserveerd worden.

Deze indicator is een relatieve indicator. Dat wil zeggen dat die voor elk meetpunt de huidige grondwaterstand vergelijkt met de grondwaterpeilen van diezelfde maand op dezelfde plaats in de afgelopen 30 jaar. De grondwaterstand wordt "zeer laag" genoemd als in ten hoogste 10% van de voorbije jaren zo een lage grondwaterstand is geobserveerd in die maand. Een "lage" grondwaterstand komt in 30% van de voorbije 30 jaren voor. 

Deze analyse wordt gedaan voor ongeveer 150 meetplaatsen. Het is belangrijk om te weten dat deze analyse voor elke meetplaats apart wordt uitgevoerd. Dit wil zeggen dat een grondwaterpeil van 5 m onder de oppervlakte voor de ene put zeer hoog kan zijn terwijl dat voor een andere locatie zeer laag is. 

Als de grondwaterstanden zeer laag zijn, zijn de grondwaterreserves dan bijna leeg?

Neen, "laag" of "zeer laag" betekent dus laag of zeer laag ten opzichte van de grondwaterstanden op die plaats in de voorbije 30 jaar. Dat betekent niet dat de grondwaterreserves bijna leeg zijn.

Laat ik dit even illustreren met onderstaand meetpunt in Turnhout in de Kempen. Op 1 april wordt een grondwaterstand die zich minder dan 295 cm onder de oppervlakte bevindt "zeer hoog" genoemd. Indien de grondwaterstand zich op 1 april meer dan 360 cm onder de oppervlakte bevindt, noemen we dit "zeer laag". Het verschil tussen een zeer hoge en zeer lage grondwaterstand op 1 april komt in dit meetpunt overeen met een verschil van 65 cm.

De totale dikte van watervoerende laag op deze plaats is echter wel meer dan 170 m dik. Op deze plek zitten dus alle poriën van de hele ondergrond van ongeveer 3m onder de oppervlakte tot 170 m diepte vol met grondwater (en zit er bovendien op grotere dieptes ook nog grondwater). Op deze plaats betekent een "zeer lage" grondwaterstand dus zeker niet dat de grondwaterreserve leeg is of dat het grondwaterpeil bijna de onderkant van de watervoerende laag heeft bereikt.

Bovendien rapporteert de grondwaterstandsindicator enkel over het ondiepe "freatische" grondwater (zie ook deze eerdere blogpost). Veel van onze grondwaterreserves zitten echter in diepere lagen die niet meteen door enkele weken droogte beïnvloed worden (zie ook dit filmpje).

Lage of zeer lage grondwaterstanden betekenen dus zeker niet dat de grondwaterreserves bijna leeg zijn of dat er geen water meer uit de kraan zal komen. 

Moeten we ons dan helemaal geen zorgen maken over lage grondwaterstanden? Waarom zijn lage grondwaterpeilen dan wel een probleem? 

Lage grondwaterpeilen zijn wel degelijk een probleem. Waarom dan wel?

De eerste slachtoffers van lage grondwaterpeilen zijn natuur en landbouw. Heel wat vegetatie in kwetsbare natuurgebieden en valleigebieden is heel afhankelijk van het grondwater. Ook landbouwers zien oogsten mislukken bij lage grondwaterstanden en moet veel meer en langer beregenen wat duur is.

Ook in de buurt van de kust zien we niet graag lage grondwaterpeilen. Daar kan dit namelijk leiden tot verzilting, het zouter worden van het grondwater. Water dat te zout is, is niet geschikt voor consumptie en landbouw.

Een ander belangrijk neveneffect van lage grondwaterpeilen is dat de rivieren minder gevoed worden. Herinner u dat de belangrijkste uitstroom van het grondwater naar de rivieren gaat (zie deze eerdere blogpost). Na een periode van droogte is bijna al het water dat in de rivier stroomt, afkomstig van grondwater. Als de grondwaterpeilen te laag zijn, valt ook deze bron van water weg en komen de rivieren sneller in de problemen bij droogte.

Daarnaast kunnen ondiepe putten droogvallen bij lage grondwaterpeilen, kan er bodemdaling optreden en zien we ook soms negatieve gevolgen voor de kwaliteit van het grondwater bij lage peilen.

Dus ...

Lage of zeer lage grondwaterpeilen willen gelukkig niet zeggen dat de grondwaterreserves bijna leeg zijn. Toch zijn lage grondwaterpeilen problematisch, in de eerste plaats voor de natuur en landbouw.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Minder oppompen of meer infiltratie? Hoe verhoog je de grondwaterstand het meest?

Waarom halen we het water niet gewoon uit de zee?

Stroomt grondwater in ondergrondse rivieren, aders en meren?