Leert de grondwaterstandsindicator ons hoe het gesteld is met al het grondwater in Vlaanderen?

De Vlaamse grondwaterstandsindicator (https://dov.vlaanderen.be/page/actuele-grondwaterstandindicator) is een enorm nuttig instrument gebleken om het brede publiek te informeren over grondwater en aandacht te genereren voor de kostbare maar kwetsbare bron die het grondwater is. De grondwaterstandindicator laat zien hoe de huidige grondwaterstand is ten opzichte van de grondwaterstanden in het verleden. Zo kunnen we zien of de grondwaterstand voor de tijd van het jaar hoog, laag of normaal is.

Leert de grondwaterstandsindicator ons dan hoe het gesteld is met al het grondwater in Vlaanderen? 

Neen, de grondwaterstandsindicator leert ons enkel hoe het gesteld is met de grondwaterstanden in de "freatische aquifers". Dat zijn ondiepe watervoerende lagen die zich rechtstreeks onder de oppervlakte bevinden. Bovendien zijn de meetplaatsen waarop deze indicator gebaseerd is zo geselecteerd dat de grondwaterstand er niet beïnvloed wordt door waterwinning, drainage of andere menselijke ingrepen (https://www.dov.vlaanderen.be/page/opbouw-grondwaterstandindicator).

Veel grondwater zit echter dieper in "afgesloten" of "gespannen" aquifers en wordt gescheiden van het ondiepe water door een "aquitard" of ondoorlatende grondlaag, zoals klei, die nauwelijks water doorlaat. Deze diepe grondwaterreserves maken momenteel geen deel uit van grondwaterstandsindicator.

Gedraagt dat diepe grondwater zich dan zo anders dan het ondiepe grondwater? 

Ja, het ondiepe grondwater wordt rechtstreeks gevoed door de neerslag die de bodem insijpelt.  Daarom zien we in de evolutie van deze grondwaterstanden duidelijk een reflectie van de variaties in neerslag : na een lange droge periode zien we dalende grondwaterstanden terwijl de peilen stijgen na natte maanden.

In deze grondwaterstanden zien we meestal ook een duidelijke seizoenale variatie. In de zomer verdampt door de warmte en de plantengroei  het grootste deel van de regen opnieuw, waardoor het grondwater in die periode nauwelijks aangevuld wordt. Daardoor bereiken we normaal het laagste waterniveau ergens eind september. In de winter zal het ondiep grondwater dan weer aangevuld worden en eind maart staat het grondwaterpeil normaal het hoogst.

Hieronder ziet u een voorbeeld van de variatie van de grondwaterstand in een freatische aquifer. We zien een seizoenale variatie met peilen die in de winter typisch 50 cm of 1 m hoger zijn dan in de zomer. Bovendien zien we dat de droge periodes van de afgelopen jaren resulteren in een gestage afname van het grondwaterpeil.

bron: dov.vlaanderen.dov

En het diepe grondwater? 

Wat er aan de oppervlakte gebeurt, heeft weinig impact op het diepe grondwater. Of het nu veel of weinig regent, dat gaat deze watervoorraden niet meteen beïnvloeden. De grondwaterreserves in deze diepere lagen worden dan ook vooral beïnvloed door hoeveel water er uit opgepompt wordt. 

Hieronder ziet u een voorbeeld van hoe de grondwaterreserve in een diepe aquifer kan evolueren. In de omgeving van deze put op 275m diepte werd er tot binnen jaren '90 veel grondwater opgepompt. De grondwaterreserve daalde. Nadat het pompen stopte, herstelden de grondwaterreserves zich. Het is wel duidelijk dat dit herstel niet onmiddellijk gebeurt maar dat het tientallen jaren kan duren voordat een diepe aquifer terug aangevuld wordt.




bron.dov.vlaanderen.be

Dus ...

De grondwaterstandsindicator toont enkel de toestand van de ondiepe grondwaterstanden die sterk samenhangen met variaties in neerslag en temperatuur. Er zit echter ook veel grondwater in diepere lagen. Dat grondwater voelt niet of het nu veel of weinig regent en zal sterk afhankelijk zijn van hoeveel er opgepompt wordt. De evoluties van deze diepere grondwaterreserves zijn niet opgenomen in de grondwaterstandsindicator. 


Reacties

Populaire posts van deze blog

Waarom halen we het water niet gewoon uit de zee?

Minder oppompen of meer infiltratie? Hoe verhoog je de grondwaterstand het meest?

Hoe zuiver is ons grondwater?